§1. Lokale heffingen

    In deze paragraaf treft u een beknopte uiteenzetting aan van het beleid en de opbrengsten uit gemeentelijke heffingen en leges. In de jaarlijkse Tarievennota zijn de meest actuele tarieven, uitgangspunten en ontwikkelingen opgenomen. Tevens zijn hierin opgenomen diverse uitvoeringsregelingen, beleidsregels e.d.

    De raad wordt in december een integrale Tarievennota 2018 aangeboden, waarin de tarieven definitief worden vastgesteld. Uitgangspunt daarbij is dat bij die tarieven de geraamde opbrengsten kunnen worden gerealiseerd, uiteraard rekening houdend met wettelijke eisen.

    a. Beleid lokale heffingen en kwijtschelding

    Actuele ontwikkelingen
    Zoals vermeld in de Tarievennota 2017 zullen de DIFTAR-aanslagen over 2017 worden opgelegd samen met de combi-aanslag 2018. Het voordeel voor de burger is dat deze aanslagen nu worden gecombineerd in 1 biljet. Op deze wijze heeft de via automatische incasso betalende burger ook voor diftar de 10 betaaltermijnen die gelden voor de combi-aanslag. De burger die niet via automatische incasso betaalt heeft net als bij de combi-aanslag 2 betaaltermijnen. Voorheen was voor deze burger sprake van 2 halfjaarlijkse aanslagen met 1 termijn.

    Als vervolg op het rapport "Bepalen betekent betalen" van de commissie "Financiële ruimte voor gemeenten" heeft het kabinet aan de Tweede Kamer een brief gezonden, dat voor de zomer van 2016 met een voorontwerp van een wetsvoorstel wordt gekomen. Dat voorontwerp kon als basis dienen voor een wetsvoorstel om vanaf 2019 een verschuiving te realiseren van de inkomstenbelasting naar het gemeentelijk belastinggebied van € 4 miljard (Kamerbrief d.d. 8 december 2015 Novelle Belastingplan 2016). Kernpunten van het voorstel zijn de verruiming van het gemeentelijk belastinggebied en een gelijktijdige verlaging van de inkomstenbelasting met € 4 miljard, zoals geadviseerd door de Commissie Rinnooy Kan. O.a. moet de totale lastendruk (Rijk plus lokale overheden) gelijk blijven. Onderdeel van het ontwerp kan zijn dat een aantal kleine gemeentelijke belastingen wordt afgeschaft, zoals bijvoorbeeld precario of reclamebelasting.
    In juni 2016 heeft het kabinet in een brief aan de Tweede Kamer zgn. bouwstenen gegeven voor een hervorming van het lokaal belastinggebied. Verschuiving van Rijks- naar gemeentebelastingen zou evenwel op de agenda van het volgende kabinet moeten staan, zo wordt aangegeven.
    De bouwstenen passen volgens de VNG bij het streven van naar meer financiële flexibiliteit voor gemeenten. Ze liggen in lijn met de aanbevelingen die de commissie Financiële ruimte voor gemeenten
    (commissie-Rinnooy Kan) vorig jaar deed in het rapport ‘Bepalen betekent betalen’. Ten aanzien van de uitbreiding van het lokale belastinggebied is nadrukkelijk gevraagd om aandacht voor de juiste condities van de verschuiving naar het lokaal belastinggebied, waaronder een goede uitleg naar inwoners, samen met het Rijk, en het borgen dat er geen nadelige financiële effecten ontstaan voor individuele gemeenten. De VNG blijft c.q. gaat over de standpunten en uitgangspunten in gesprek met het (nieuwe) kabinet.

    Tarieven
    Conform de Najaarsnota 2013 was t/m 2017 rekening gehouden met een opbrengststijging van 3% voor diverse belastingen (OZB, hondenbelasting, toeristenbelasting) en leges. Voor het jaar 2018 waren nog geen nieuwe stijgingen voorzien. De tariefstijgingen 2018 moeten nog worden bepaald voor diverse belastingen en leges en zijn mede afhankelijk van ontwikkelingen in de onderliggende volumes (woz-waarde, aansluitingen, e.d.). Middels de Tarievennota 2018 zal hierover besluitvorming plaatsvinden.

    In relatie tot de lokale lasten is de kostendekkendheid van met name rioolrecht en afvalstoffenheffing van belang. Bij beide heffingen is sprake van 100% kostendekkendheid. In onderstaande tabellen is een indicatief overzicht opgenomen naar de inzichten van juli 2017. Ten behoeve van de definitieve  vaststelling van de tarieven 2018 zullen de cijfers worden geactualiseerd en zonodig nog worden bijgesteld. De geraamde mutatie van de voorziening resp. reserve kan dus nog wijzigen.

    Kostendekkendheid riool

     2018

    Directe kosten*

    977

    Kapitaallasten

    2.204

    Doorbelastingen vanuit andere taken**

    1.807

    Storting in voorziening

    159

    Totaal kosten

    5.147

    Rioolheffing

    5.142

    Overige opbrengsten

    5

    Totaal opbrengsten

    5.147

    Saldo

    0

    * Dit betreft kosten van inspecties en onderhoud (€ 577.000), BsGW (€ 160.000), waterschapslasten
    (€ 77.500), kolkenzuigen RD4 (€ 54.600), ongediertebestrijding (€ 39.000), recognities (€ 37.000) en overige kosten (€ 31.700).
    ** Dit betreft overhead ( € 756.500), straatreiniging (€ 387.000), kwijtschelding (€ 580.000) en (toerekening) compensabele btw (€ 83.400)

    Kostendekkendheid afval

     2018

    Directe kosten*

    3.155

    Doorbelastingen vanuit andere taken**

    1.618

    Totaal kosten

    4.773

    Afvalstoffenheffing - vastrecht

    3.080

    Afvalstoffenheffing - variabele opbrengst

    1.435

    Overige opbrengsten

    15

    Onttrekking aan reserve

    243

    Totaal opbrengsten

    4.773

    Saldo

    0

    * Dit betreft kosten RD4 (€ 3.130.100 minus positieve afrekening RD4 voorafgaand jaar € 250.000), kosten BsGW (€ 256.000) en overige kosten (€ 18.900)
    ** Dit betreft overhead (€ 355.500), straatreiniging (€ 99.800), kwijtschelding (€ 520.000) en (toerekening) compensabele btw (€ 642.800).

    Kwijtschelding
    Bij het kwijtscheldingsbeleid wordt de maximale toegestane norm gehanteerd, te weten 100% van de bijstandsnorm. De kwijtscheldingsregeling beperkt zich in beginsel tot de afvalstoffenheffing (vast tarief en het bedrag van het aantal aanbiedingen in een kalenderjaar tot een bepaald maximum) en het rioolrecht. Er wordt geen kwijtschelding gegeven voor de hondenbelasting. Voor het beoordelen van een verzoek om kwijtschelding worden de criteria van de Invorderingswet 1990 gehanteerd.

    Als gevolg van het in januari 2017 opleggen van de aanslagen DIFTAR 2e helft 2016, zijn ook in 2017 nog verzoeken om kwijtschelding ontvangen met betrekking tot het belastingjaar 2016. Tot en met het 2e kwartaal 2017 zijn door de BsGW over belastingjaar 2016 8.148 verzoeken voor kwijtschelding binnengekomen, betrekking hebbend op 13.107 aanslagregels. Circa 54,8% daarvan kon automatisch worden afgehandeld (via landelijk inlichtingenbureau), de overige zijn handmatig door BsGW afgehandeld. Van de aanvragen (i.c. de aanslagregels) is 67,7% toegekend, 5,9% is gedeeltelijk toegekend, 24,2% is afgewezen en 2,2% was eind juni2017 nog in behandeling.

    Vanwege het uitgangspunt van 100% kostendekkendheid, worden de kosten van kwijtschelding evenredig doorbelast. Bij het opmaken van de jaarrekening worden de daadwerkelijke kosten doorbelast aan het product afval resp. riool, hetgeen leidt tot een minder groot of groter beroep dan geraamd op de reserve afval resp. reserve/voorziening riool.

    Belastingsamenwerking
    De BsGW is een zelfstandig samenwerkingsverband voor heffing en inning van gemeentelijke belastingen en waterschapsbelastingen en voor uitvoering van de wet WOZ voor gemeenten en waterschappen. De plaats van huisvesting is Roermond. De gemeente Kerkrade is 1 januari 2015 tot de BsGW toegetreden. Via begroting, jaarrekening en rapportages van de BsGW kan een vinger aan de pols worden gehouden voor wat betreft de uitvoering.

    b. Raming opbrengsten uit heffingen (overzicht op hoofdlijnen)

    Beleidsveld

    Opbrengsten x €1.000

    2018

    2019 

    2020 

    2021 

    AD1

    Onroerendezaakbelastingen

    10.355

    10.355

    10.355

    10.355

    AD1

    Hondenbelasting

    430

    430

    430

    430

    AD1

    Toeristenbelasting

    133

    133

    133

    133

    AD1

    Precariorechten

    94

    94

    94

    94

    AD1

    Reclamebelasting

    70

    70

    70

    70

    2

    Parkeergelden/boetes 4

    704

    703

    703

    703

    3

    Afvalstoffenheffing3

    4.842

    4.832

    4.814

    4.814

    4

    Marktgelden

    114

    114

    114

    114

    4

    Kermissen

    40

    40

    40

    40

    5

    Leges omgevingsvergunning

    377

    377

    377

    377

    5

    Div. leges uitvoering bijz.wetten

    54

    54

    54

    54

    10

    Leges persoonsdoc.,burg.stand,rij/reisdoc.2

    458

    414

    414

    414

    11

    Rioolheffing3

    5.178

    5.220

    5.272

    5.272

    11

    Lijkbezorgingsrechten

    50

    50

    50

    50

    Diverse

    Diverse

    36

    36

    36

    36

    Totaal

    22.934 

    22.922

    22.956

    22.956 

    1 AD= Algemene dekkingsmiddelen in beleidsveld 0, niet bestedingsgebonden en geen eisen m.b.t. kostendekkendheid. Voor wat betreft reclamebelasting komen de middelen ten goede aan de ondernemers in het betreffende gebied, dus per saldo geen opbrengst voor de gemeente.
    2  Onder aftrek van de af te dragen rijksleges, reeks fluctueert in relatie tot uitgiftecyclus/geldigheidsduur van m.n. rij- en reisdocumenten.
    3  Verloopt budgettair neutraal via de egalisatiereserve/voorziening riolen resp. egalisatiereserve afvalverwerking.
    4  Inclusief opbrengsten parkeergarages welke privaatrechtelijk worden geïnd.

    Hierna wordt een beschrijving gegeven van de betreffende belastingen en heffingen. Ten behoeve van de leesbaarheid is e.e.a. beknopt weergegeven. De exacte bewoordingen, belastbare feiten, tarieven, eventuele vrijstellingen, etc. zijn of worden opgenomen in de betreffende verordeningen met bijbehorende tarieventabellen.

    Onroerende zaakbelastingen (OZB)
    De OZB bestaan uit een eigenarenbelasting voor zowel woningen als niet-woningen en een gebruikersbelasting voor de niet-woningen. De heffingsgrondslag is de waarde van de onroerende zaak. Met ingang van 2008 wordt deze waarde jaarlijks vastgesteld op basis van de Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ).

    Afvalstoffenheffing
    Deze heffing dient ter dekking van de kosten van het verwijderen en verwerken van huishoudelijk afval. Het feitelijk gebruik maken van een perceel waarbij de gemeente de verplichting heeft tot het inzamelen van huishoudelijk afval vormt de basis voor deze heffing. De opbouw van de Afvalstoffenheffing is gebaseerd op een heffing gebaseerd op een vast bedrag per jaar vermeerderd met variabele kosten, zijnde de kosten voor de verwerking van de aangeboden hoeveelheid afval. De vaste kosten worden gevormd door alle andere kosten dan de kosten voor de verwerking van afval, zoals bijvoorbeeld logistiek, milieuparken en overhead. De hoogte van het variabele tarief wordt bepaald door de combinatie van het gekozen “aanbiedvolume” (240l of 140l container, per gekenmerkte afvalzak dan wel ondergrondse container) en het aantal keer dat hiermee afval aangeboden wordt. Er zijn verschillende maatstaven en tarieven. De tarieven worden mede bepaald op basis van gegevens van Rd4.

    Rioolheffing
    De rioolheffing heeft het karakter van een bestemmingsheffing, waarmee kosten kunnen worden gedekt die gepaard gaan met collectieve maatregelen die de gemeente noodzakelijk acht voor een doelmatig werkende riolering en overige maatregelen ten aanzien van de afvoer van hemelwater en grondwater. De opbrengst van de rioolheffing wordt benut voor het onderhouden en vervangen van het rioolstelsel. De rioolheffing wordt geheven van de gebruiker van een eigendom van waaruit afvalwater en/of hemelwater op een gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. Voor woningen is dit een vast bedrag, bij niet-woningen is het te betalen bedrag afhankelijk van de hoeveelheid m3 water. De jaarlijkse evaluatie van het Gemeentelijk Rioleringsplan vormt de basis voor (wijzigingen van) het tarief.

    Leges algemeen
    De Legesverordening is ingericht conform het werkmodel van de VNG. Hierin zijn de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en verplichte implementatie van de Europese Dienstenrichtlijn verwerkt.

    Leges omgevingsvergunningen
    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning om te bouwen of een aanvraag tot beoordeling van een bouwplan uit het oogpunt van welstand worden leges geheven. De hoogte is afhankelijk van de bouwkosten. Ook de aanvragen voor omgevingsvergunningen om te slopen worden op deze post verantwoord.

    Diverse leges persoonsdocumenten, burgerlijke stand, rij-/reisdocumenten
    Hieronder vallen verschillende leges voor bijvoorbeeld een huwelijksvoltrekking, een paspoort, het verstrekken van een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA) en een rijbewijs. Voor een aantal van deze verstrekkingen (m.n. paspoorten, rijbewijzen) zijn naast het gemeentelijk deel ook rijksleges van toepassing. Deze worden door de gemeente geïnd en doorbetaald aan het rijk.

    Parkeergelden/boetes
    Op diverse plaatsen in Kerkrade worden parkeergelden geheven. Er zijn verschillende locaties aangewezen. Elke locatie kent een ander tarief. De parkeergelden in de parkeergarages Orlandopassage en Wijngracht worden op privaatrechtelijke basis geheven en maken geen deel uit van de belastingverordening.

    Wanneer toezichthouders constateren dat zonder kaartje wordt geparkeerd of dat de parkeertijd is verstreken, wordt een naheffingsaanslag opgelegd.

    Ten aanzien van het parkeerbeleid voor de toekomst moeten nog besluiten worden genomen.

    Hondenbelasting
    Onder de naam hondenbelasting wordt een directe belasting geheven op het houden van een of meerdere honden binnen de gemeente. Er gelden enkele uitzonderingen, bijvoorbeeld voor een blindengeleidehond.

    Marktgelden
    Deze rechten worden geheven voor het ter beschikking stellen van een standplaats voor de uitvoering van de markthandel. Er gelden verschillende tarieven, die afhankelijk zijn van het aantal m2 dat in beslag wordt genomen, de dag waarop de markt plaatsvindt en of het een vaste standplaats of een dagplaats betreft.

    Reclamebelasting
    De reclamebelasting is ingevoerd na overleg en in samenwerking met een vertegenwoordiging van de ondernemers in het centrum en vanaf 2014 in het gebied rondom het Carboonplein in Kerkrade West.  Via de invoering van de reclamebelasting is een modus gevonden om activiteiten in een afgebakend gebied te organiseren en te bekostigen, waarbij ook alle ondernemers een financiële bijdrage leveren. De reclamebelasting wordt in een specifiek afgebakend gebied (het centrum van Kerkrade en het gebied rondom het Carboonplein in Kerkrade West) ter zake van (semi-)permanente openbare aankondigingen geheven. Daarbij wordt zo veel mogelijk getracht de reclameobjecten in eenzelfde klasse in te delen. Daarnaast gelden er afwijkende tarieven per klasse voor beide afgebakende gebieden. In de verordening reclamebelasting zijn enkele vrijstellingen opgenomen, die betrekking hebben op onder andere openbare aankondigingen waarvoor op grond van een privaatrechtelijke overeenkomst een vergoeding aan de gemeente verschuldigd is dan wel de aankondiging een algemeen, cultureel, maatschappelijk, charitatief of ideëel belang dient. Tevens worden reclameobjecten ten behoeve van de uitvoering van medische en paramedische beroepen uitgezonderd voor de reclamebelasting.

    Precariorechten
    Onder deze naam wordt een directe belasting geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond die specifiek in de verordening met bijbehorende tarieventabel genoemd is. Voorbeelden zijn opslagtanks, etalages, reclamevoorwerpen. Er gelden diverse tarieven. Om te voorkomen dat cumulatie van belastingheffing optreedt in het centrum van Kerkrade en het gebied rondom het Carboonplein in Kerkrade West, waar de reclamebelasting is ingevoerd, is in de verordening precariobelasting een vrijstellingsbepaling opgenomen. Als gevolg daarvan wordt de precariobelasting over reclamevoorwerpen uitsluitend nog geheven buiten het gebied van de reclamebelasting (tenzij in dat gebied m.b.t. dat voorwerp betaling van reclamebelasting niet van toepassing is).

    Kermissen
    Formeel valt deze opbrengst niet onder “gemeentelijke belastingen en heffingen”, omdat deze op privaatrechtelijke basis worden geheven. Voor een compleet beeld worden deze hier wel opgenomen. Door het verpachten van standplaatsen op de door gemeente georganiseerde kermissen worden opbrengsten gegenereerd, ter dekking van de kosten van het houden van kermissen. De door de exploitant verschuldigde vergoedingen bestaan uit de pachtsom (incl. stroombijdrage), een reclamebijdrage en het standgeld van de woonwagens.

    Lijkbezorgingrechten
    Deze rechten worden geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats. De tarieven zijn o.m. afhankelijk van de periode waarvoor het graf wordt gehuurd, of het een eerste uitgifte of verlenging betreft en de leeftijd (kind/volwassene) van de overledene.

    Toeristenbelasting

    Voor het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente in een accommodatie tegen vergoeding is toeristenbelasting verschuldigd. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een zogenaamd nachtverblijfregister. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf. De belastingplichtige is bevoegd deze belasting te verhalen op degene die overnacht.

    c. Lokale lastendruk

    De lokale lastendruk betreft met name de woonlasten voor de burger. Deze woonlasten worden met name bepaald door de OZB (eigenaren), de rioolheffing en de afvalstoffenheffing.

    Vanaf de begroting 2017 was landelijk opname van een zgn. "basisset beleidsindicatoren" voorgeschreven. In die basisset zijn bij taakveld 8 enkele voor de lokale lastendruk relevante indicatoren opgenomen. Kortheidshalve wordt daarnaar verwezen. De lokale lastendruk 2017 wordt door COELO gemiddeld becijferd op 707,= voor een Kerkraads gezin. Volgens COELO is dit landelijk gemiddeld € 723,= en in Limburg gemiddeld € 744,=. Meer (vergelijkings)informatie is opgenomen op de site van het COELO (www.coelo.nl).

    Middels de jaarlijkse Tarievennota stelt de raad steeds in december de tarieven vast. Daartoe wordt jaarlijks in het najaar een zo nauwkeurig mogelijke inschatting gemaakt van de voor de tarieven relevante gegevens, mede op basis van alle gegevens die op dat moment weer beschikbaar zijn.  Opgemerkt zij dat sprake is van een doorlopende ontwikkeling, o.a. als gevolg van definitieve afronding taxatieprocessen (WOZ) en bezwaar/beroep. De uiteindelijke lastendruk kan achteraf derhalve anders uitvallen. Voorts zij opgemerkt dat in de landelijke cijfers van de basisset (COELO) op onderdelen standaard uitgangspunten worden gehanteerd voor de berekeningen, o.a. bij het hanteren van DIFTAR.

    Bij de definitieve tariefstelling 2018 wordt rekening gehouden met de nieuwste beschikbare taxatiewaarden, zodanig dat de gemiddelde opbrengststijging gemeentebreed gezien uitkomt op het begroot bedrag (exclusief evt. areaaluitbreiding). Ook de tarieven voor de afvalstoffenheffing en rioolheffing moeten op het moment van schrijven nog worden becijferd op basis van de meest recent beschikbare gegevens.

    In de Tarievennota 2018 (raad december 2017) zal nader op de diverse belastingen en ontwikkelingen worden ingegaan. Tevens worden dan de verschillende tarieven voor 2018 definitief door de raad vastgesteld en nog in december openbaar bekend gemaakt.