00 Algemene dekkingsmiddelen/kostenplaatsen

    In de baten en lasten zijn de volgende incidentele posten begrepen:

                                      bedragen x € 1.000

    Incidentele posten

    Primaire begroting 2018

    Meerjaren begroting 2019

    Meerjaren begroting 2020

    Meerjaren begroting 2021

    Lasten (-)

    afboeking ivm aflossing brug- lening

    1.673

    Baten (+)

    Totaal

    -1.673

    Afwijkingen rekening 2016 - begroting 2018

    De post algemene uitkering (incl. integratieuitkering sociaal domein) fluctueren jaarlijks. In 2018 zijn deze bijna € 8,5 miljoen lager dan in 2016 (peil decembercirculaire 2016). In de financiële begroting, onderdeel "overzicht van baten en lasten" wordt een nadere doorkijk gegeven.

    De baten OZB zijn in 2018 ruim € 0,3 mln hoger t.o.v. 2016. In 2017 was nl. nog een stijging van 3% voorzien, vooralsnog (t/m peil VJN2017) zijn de opbrengsten 2018 e.v. niet verhoogd. Zie verder ook de paragraaf lokale lasten. In verband met overheveling van belastingtaken naar de BsGW vanaf 2015, worden frictievergoedingen ontvangen. Deze nemen jaarlijks af. In 2016 betrof dit nog € 176.000, in 2017 € 88.000 en vanaf 2018 niets meer. Tot en met 2016 werd de volledige bijdrage BsGW op dit beleidsveld verantwoord en via interne verrekeningen toegerekend naar afval (beleidsveld 3) en riool (beleidsveld 11). In verband met gewijzigde voorschriften wordt vanaf 2017 het relevante deel voor "afval" en voor "riool" rechtstreeks opgenomen bij beleidsveld 3 en 11 en vervalt de toerekening. De toeristenbelasting bleek in 2016 circa 20.000 hoger uit te vallen dan geraamd, daarentegen vielen de opbrengsten reclamebelasting circa 15.000 lager uit.

    In 2016 was circa € 0,6 miljoen meer dividend ontvangen dan gebruikelijk. Dat had te maken met het liquidatiedividend van Parkeeraccommodaties Kerkrade BV en MFC d'r Pool BV.

    In 2016 was sprake van een meevaller van circa € 0,4 miljoen in verband met belastingsuppletie oude jaren.

    In 2016 waren de renteopbrengsten leningen Stadion nog geraamd bij de post "PLS". Vanaf 2017 zijn deze conform de gewijzigde voorschriften opgenomen bij de algemene post "rente". Beide posten betreffen beleidsveld 0.

    De geraamde kapitaallasten stijgen in 2018 t.ov. 2016 met circa 1,5 mln. De investeringsramingen voor de komende jaren hebben een opdrijvend effect. Daar staat tegenover dat zij dalen als gevolg van minder afschrijvingen op de reeds gedane investeringen en minder verplichtingen op de langlopende leningen doordat wordt afgelost. Zie ook de toelichting bij beleidsveld 0 onderdeel C. Een vergelijk binnen beleidsveld 0 is overigens niet goed mogelijk v.w.b. de afschrijvingen. De wijzigingen in het BBV verplichten tot een andere verwerking daarvan in de boekhouding dan tot dusver gebruikelijk, waardoor de afschrijvingen niet meer op beleidsveld 0 tot uiting komen maar op het product/beleidsveld van de betreffende investeringen. In 2016 was overigens sprake van extra afschrijvingen van zo'n € 8,7 miljoen, waarvan het grootste gedeelte in verband met inzetten reserve buitenring. Zie ook de jaarrekening 2016.

    In dit beleidsveld zijn ook de meeste reserves opgenomen. Voor een nadere toelichting op de mutaties in de reserves wordt verwezen naar de financiële begroting, onderdeel financiële positie. Daar is namelijk ook de staat van reserves en voorzieningen opgenomen.

    Aangaande de personele budgetten, bestuurders- en loonkosten en premieafdrachten kan het navolgende gesteld worden. De trend rapportages over de arbeidsmarkt benadrukken de afweging en keuze tussen vast en flex. In de voorbije periode speelde die vraag nadrukkelijk in Kerkrade. De onzekerheid met betrekking tot het sociale domein onderstrepen de discussie over vast versus flex.
    Ondanks die relatief duurdere flex- en inhuurconstructies werden de werkzaamheden conform  afspraak uitgevoerd. De vraag blijft wanneer wij opteren naar vastere dienstverbanden binnen de op handen zijnde verschuiving van schaarser wordende arbeidsmarkt. In combinatie met het gewenst binden en boeien van medewerkers een fikse uitdaging.  De taakstellingen bepalen nog steeds de terughoudendheid als het gaat om noodzakelijke uitbreidingen. Met flexibiliteit in menskracht en budgetten wordt vanuit de directie 100% gestuurd op de wendbaarheid in de organisatie. De loonsom stijgt desondanks en de uitputting werd met
    € 160.000 overschreden. Nog steeds een minimaal bedrag op het totale budget van zo’n € 25 miljoen. Die flexibiliteit en wendbaarheid blijven het speerpunt van personeelsbeleid.
    Het voortdurend sturen, herschikken, heroverwegen en herplaatsen van medewerkers vergt een  grote inspanning en aanpassingsvermogen van onze medewerkers. Ook de voortdurende afwegingen over het wel of niet  in- dan wel outsourcen blijven opportuun.
    De strategische afwegingen en noodzakelijke verschuivingen worden in het Directieberaad periodiek gevoerd waarbij er financieel optimaal gestuurd wordt op de beschikbare personele middelen.

    De specifieke inzet op enkele bijzondere onderdelen en zogenaamde cruciale processen blijft. De inhuur die daarvoor gepleegd wordt gaat gekoppeld met interne bijstellingen.
    Formatie calculaties binnen het sociale domein worden vertaald naar keuzes voor personele ondersteuning. Binnen het sociale domein schommelen de inzetten van personele capaciteit op basis van de afgesproken performance.  Zelforganisatie zal daar naar verwachting een positieve bijdrage aan kunnen leveren. De uitstroom van ervaren medewerkers en verminderde inzet ten gevolge van het Generatiepact vormen samen met de flexibele inzet en het anders inrichten van werk de basis waarop we continue de juiste mensen op de juiste plek kunnen inzetten. En dat laatste in steeds mindere mate op structurele functies. De verschuivingen naar werkzaamheden in algemene dienst wordt versterkt vanuit de verschuiving van werk.
    Premiestijgingen hebben en zullen in de komend periode een doorwerking hebben op de loonsom. De stijging van de CAO verhogingen werken eveneens door op een aanzienlijke stijging van de loonsom. In 2017 en in 2018 heeft het Rijk vergaande verplichtingen opgelegd voor nieuwe taken als het gaat om beveiliging en privacy. Ook de omgevingswet zal eisen stellen voor naleving. De verwachting is dat dit tot een aanzienlijke ophoging leidt van de personele capaciteit in de komende jaren. In de landelijke personeelsmonitor 2016 wordt deze tendens voor de gemeenten geschetst.

    De belangrijkste oorzaken  van dit verschil op de post gebouwenbeheer kunnen als volgt worden benoemd. Op de eerste plaats is in 2018 is voor een bedrag van € 333.600 ogenschijnlijk meer budget beschikbaar dan in 2016 daadwerkelijk is uitgegeven. Dit vindt zijn oorzaak in de gewijzigde comptabiliteitsvoorschriften die vanaf 2017 leiden tot een andere administratieve verantwoording.
    Verder is vanwege de relatie zachte winter in de wintermaanden van 2016 het gas- en elektriciteitsverbruik achter gebleven bij de prognose. Vermeldenswaardig is ook dat de omvang en de intensiteit van de schoonmaakprogramma’s in de gemeentelijke kantoren zijn bijgesteld en vertaald zijn in een bezuiniging c.q. lagere beschikbare middelen in 2018. De uitputting over 2016 was nog gebaseerd op het voormalige meer intensieve schoonmaakprogramma.

    Het negatieve verschil op de post  abonnementen tussen rekening 2016 en de begroting 2018 wordt veroorzaakt doordat een aantal papieren abonnementen door uitgevers is beëindigd en vervangen door abonnementen op digitale databanken. Deze bieden doorgaans meer mogelijkheden (meerdere gebruikers tegelijk inloggen, vraagbaakfunctie etc.), maar zijn aanmerkelijk duurder.
    Het negatieve verschil portokosten tussen rekening en begroting wordt veroorzaakt doordat de daling in postvolume minder groot is als oorspronkelijk werd beoogd, daarnaast was er sprake van een substantiële prijsstijging van zowel Postnl als Businesspost en zien we een continue stijging in het verzenden van relatief dure aangetekende post.

    In 2016 heeft de gemeente voor haar medewerkers een zgn. ‘Goed werkgeverschapspolis’ afgesloten. Deze verzekering draagt zorg voor de financiële gevolgen van onder meer bedrijfsongevallen. Het voorzien in financiële dekking gebeurt jaarlijks. Voor 2018 is nog niet in deze financiële dekking voorzien. De kosten van deze verzekering bedragen ruim € 28.000.

    Afwijkingen begroting 2017 na wijziging - begroting 2018

    De post algemene uitkering (incl. integratieuitkering sociaal domein) fluctueren jaarlijks. In 2018 zijn deze circa € 1,7 miljoen lager dan in 2017 (peil decembercirculaire 2016). In de financiële begroting, onderdeel "overzicht van baten en lasten" wordt een nadere doorkijk gegeven.

    De baten OZB zijn in 2018 vooralsnog (t/m peil VJN2017) nog niet verhoogd. Zie ook de paragraaf lokale lasten. In verband met overheveling van belastingtaken naar de BsGW vanaf 2015, worden frictievergoedingen ontvangen. Deze nemen jaarlijks af. In 2017 nog € 88.000 en vanaf 2018 niets meer.

    In 2017 kon de dividendopbrengst incidenteel met € 32.000 positief worden bijgesteld (VJN2017).

    Voor de jaren 2017-2021 was in beleidsveld 0 een algemene taakstelling opgenomen middels de VJN2017. Deze fluctueert enigszins (2017: € 0,3 miljoen; 2018: € 0,1 miljoen; 2020 en 2021: € 0,2 miljoen).

    De geraamde kapitaallasten stijgen als gevolg van de investeringsramingen de komende jaren.  Daar staat tegenover dat zij dalen als gevolg van minder afschrijvingen op de reeds gedane investeringen en minder verplichtingen op de langlopende leningen doordat wordt afgelost. Zie ook de toelichting bij beleidsveld 0 onderdeel C.  

    Voor een nadere toelichting op de mutaties in de reserves wordt verwezen naar de financiële begroting, onderdeel financiële positie.

    In 2016 is er op de post gebouwenbeheer een bedrag van € 40.000,= overgeheveld als restant van het ter beschikking gestelde budget voor verhuisbewegingen. Dit project is in 2016 gestart en zal in 2017 voltooid worden. Genoemd bedrag komt zomede in 2018 niet meer terug (was eenmalig). Verder is er t.b.v. 2017 een bedrag van € 11.000,= eenmalig bijgesteld naar diensten derden als aandeel c.q. bijdrage Bestuursdienst in de bekostiging van de beveiliger van het Activerium. Voor 2018 is deze bijstelling ook noodzakelijk doch dient t.z.t. nog bepaald te worden.

    In 2016 heeft de gemeente voor haar medewerkers een zgn. ‘Goed werkgeverschapspolis’ afgesloten. Deze verzekering draagt zorg voor de financiële gevolgen van onder meer bedrijfsongevallen. Het voorzien in financiële dekking gebeurt jaarlijks. Dus ook eerder in 2017.  Voor 2018 is nog niet deze financiële dekking voorzien. De kosten van deze verzekering bedragen ruim € 28.000,00.

    Het verschil op het budget beheer telefonie wordt met name veroorzaakt door het omwille van nadere prioriteitenstelling in de ambities in 2017 het eerder toegekende extra budget voor de modernisering van de telefonie in te zetten om ambities elders mogelijk te maken. Zie in dit verband ook de toelichting in de paragraaf bedrijfsvoering.

    Het verschil in de begrotingpost beheer infrastructuur van 2018 ten opzichte van 2017 bij de gemeente Kerkrade wordt verklaard door:

    • Het besluit is genomen dat de AD accounts van het Veiligheidshuis (16) worden overgenomen van de gemeente Heerlen door de gemeente Kerkrade;
    • Toename in het aantal accounts: van 532 in 2017 naar 570 in 2018. Deze toename in aantal accounts is te wijten aan de personele toename bij met name de sector MaZo.
    • Daarnaast zijn de kapitaallasten 2018 gestegen.

    Afwijkingen begroting 2019-2021 - begroting 2018

    De post algemene uitkering (incl. integratieuitkering sociaal domein) fluctueren jaarlijks. In 2019 zijn deze circa € 1,2 miljoen lager dan in 2018, en vanaf 2020 weer circa 0,5 miljoen lager dan in 2019 (peil decembercirculaire 2016). In de financiële begroting, onderdeel "overzicht van baten en lasten" wordt een nadere doorkijk gegeven.

    De geraamde kapitaallasten stijgen als gevolg van de investeringsramingen de komende jaren Daar staat tegenover dat zij dalen als gevolg van minder afschrijvingen op de reeds gedane investeringen en minder verplichtingen op de langlopende leningen doordat wordt afgelost. Zie ook de toelichting bij beleidsveld 0 onderdeel C.

    Voor een nadere toelichting op de mutaties in de reserves wordt verwezen naar de financiële begroting, onderdeel financiële positie.